04
jun
2019

Nudging, een techniek voor gedragsverandering waarbij positieve keuzes op een subtiele manier naar voren geschoven worden, helpt scholen in de strijd tegen zwerfvuil. Dat is de opvallende conclusie van een twee jaar durend onderzoeksproject met 14 West-Vlaamse secundaire scholen. Uit het onderzoeksproject blijkt dat eenvoudige maatregelen zoals het gebruik van vuilbakken met aangepaste inwerpopening of het toepassen van kleurlijnen en duidelijke sorteerinstructies de hoeveelheid zwerfvuil al drastisch kunnen doen verminderen. Uit dit resultaat volgt een reeks aanbevelingen naar scholen, maar ook naar bedrijven en het onderwijsbeleid om meer middelen en coaching te voorzien voor een geïntegreerd afval- en zwerfvuilbeleid op scholen.

Nudging als rode draad

Door middel van verschillende proefprojecten werd nagegaan op welke manier zwerfvuil op secundaire scholen het best te vermijden is. De rode draad doorheen alle proefprojecten was nudging: het subtiel naar voren schuiven van positieve keuzes. Maar eerst werden foute nudgers weggewerkt. In alle scholen stelden we immers situaties vast die er in praktijk voor zorgen dat de hoeveelheid zwerfvuil toeneemt. Denk maar aan gore vuilbakken met een op te tillen deksel. Of situaties waar de les gestart of beëindigd wordt in een lokaal waar papiertjes of flesjes op de grond liggen.
 
In minder dan één schooljaar al een groot verschil

Het onderzoeksproject bewijst dat een reeks eenvoudige maatregelen de hoeveelheid zwerfvuil in een secundaire school al in minder dan één schooljaar met 75% kan doen verminderen. Enkele voorbeelden:

  • Een vuilbak met een deksel vervangen door een vuilbak met een voldoende grote inwerpopening.
  • Duidelijke kleurlijnen en duidelijke sorteerinstructies voor en op de vuilbakken.
  • Vuilbakken steeds in afvaleilanden opstellen.
  • Leerkrachten en opvoeders laten meewerken bij het opruimen van de klas en de speelplaats. De boodschap is dat opruimen normaal is en geen straf.

 
Traditioneel worden secundaire scholieren als één van de moeilijkste doelgroepen aangeduid. Heel wat ‘klassieke’ communicatiecampagnes leidden in het verleden niet tot noemenswaardige effecten. Uit dit onderzoeksproject blijkt nu dat nudging wél werkt en dit zowel in een typische ASO, TSO als BSO-school. Foute nudgers wegwerken en goede nudgers introduceren, vormen de basis, pas nadien komen eventueel de klassieke communicatiecampagnes.

Aanbevelingen voor scholen, bedrijven en beleid

Op basis van de resultaten van dit onderzoeksproject formuleerden de West-Vlaamse intercommunales enkele aanbevelingen voor scholen, bedrijven en beleid. Deze staan in het eindrapport dat maandag bekend werd gemaakt. De Mooimakers, de samenwerking tussen de OVAM (Openbare afvalstoffenmaatschappij), Fost Plus en VVSG, gaan daarmee de komende weken en maanden verder aan de slag. Zij onderzoeken hoe ze met dit verhaal afvalintercommunales en scholen hierin verder kunnen faciliteren. Verder blijkt ook dat bedrijven en organisaties nog extra inspanningen kunnen leveren in hun aanbod. Zo is er een duidelijke vraag naar afvalarme en gezonde tussendoortjes, afvalarme schoolmaaltijden, aangepaste watertapkranen en betaalbare kwaliteitsvolle drinkflessen. Ook het aanbod van gepaste vuilbakken die voldoen aan enkele randvoorwaarden blijkt heel erg beperkt.

Verder blijkt ook dat afval en duurzaamheid op scholen niet altijd een topic zijn, het is duidelijk afwezig in de lerarenopleiding en in de audit naar scholen toe. Op schoolniveau is er hiervoor ook niet altijd iemand verantwoordelijk. Het coachen van scholen en het aanbieden van geschikt materiaal blijkt in dit verhaal dan ook een echte meerwaarde, maar vraagt tijd en middelen. De initiatiefnemers adviseren dan ook aan de Vlaamse overheid en de verpakkingsindustrie om hiervoor de nodige stappen te zetten.
 
Het onderzoeksproject Let's do it op school: ‘Nudging tegen zwerfvuil op secundaire scholen’ is een initiatief van de West-Vlaamse afvalintercommunales, dat mede dankzij de financiële steun en erkenning van de Mooimakers gerealiseerd kon worden. De inhoudelijke ondersteuning kwam vooral van prof. Tim Smits van de KU Leuven. Ook Fost Plus en de afdeling MOS (Milieuzorg op School) van de provincie West-Vlaanderen werden mee betrokken in dit verhaal. Het traject werd begeleid door het communicatiebedrijf O2.