06
mrt
2019

Een van de eerste grote organisaties die van bij het begin in 1986 werd aangesloten op het warmtenet was het Heilig Hartziekenhuis aan de Wilgenstraat. Tegenwoordig is de site een deel van AZ Delta en door de immense groei van de voorbije decennia barst het ziekenhuis haast uit haar voegen. Dat kan je bijna letterlijk nemen, want in de loop van het jaar volgt de langverwachte verhuizing naar de gloednieuwe site in Oekene.

Maar tot het zover is, en dus ook al de voorbije 33 jaar, genoten ook patiënten en personeel van de propere warmte van MIROM. Een van de mensen die daar al het langst van profiteert is Stefaan Maddens uit Roeselare. Niet omdat hij al zo lang bedlegerig is, wel omdat hij er de voorbije 31 jaar als verpleger aan de slag was en is. “Ik heb dat weten gebeuren en daarover horen vertellen ja”, herinnert Stefaan zich nog. “De techniekers van de dialyse vertelden me daarover: het gebruik van warmte van de verbrandingsoven om warm water te distribueren naar scholen en instellingen. Ik vind dat een zeer goeie zaak en het zou nog veel verder moeten gaan. Er zijn voorbeelden genoeg in Skandinavië, waar hele steden op restwarmte draaien en bijvoorbeeld sommige autostrades niet meer gestrooid moeten worden. Bestaande energie hergebruiken is belangrijk en wat mij betreft mag dat zelfs geld kosten. Ik vind dat een zeer zinvolle overheidsinvestering.”

"Maatregelen nemen voor het klimaat heeft niets met partijpolitiek te maken, alles met gezond verstand"

Stefaan beaamt wel dat het bestaan van het warmtenet nog niet echt ruim bekend is. "Patiënten weten dat niet, veel collega’s ook niet. Als er werken bezig zijn, zoals een tijdje geleden in de buurt van de ronde kom waar ik woon, dan weet je dat wel. Maar los daarvan is het is onvoldoende bekend.”

Dat het klimaat de voorbije weken en maanden meer en meer bovenaan de agenda prijkt, vindt hij een prima zaak. “Het is de kracht van de jeugd dat ze dat op een originele manier in het nieuws brengen”, zegt Stefaan. “De ‘bosbrossers’, je kan er niet naast kijken hé. Ze zijn met meer en meer en ik zou er niet meer dùrven naast kijken eigenlijk. Je voelt ook dat er daardoor wel dingen aan het veranderen zijn, het lijkt me wel een kantelpunt. Ik denk ook dat de focus van de verkiezingen rond het klimaat zal draaien, als je ziet dat ook grote bedrijven en academici zich in het debat mengen. Dat heeft niks met partijpolitiek te maken, alles met gezond verstand. Of die klimaatwijziging dan door de natuur of de mens wordt veroorzaakt, is eigenlijk zelfs naast de kwestie.”

Nu… zoals al vaker vermeld, begin je natuurlijk best bij jezelf. Hoe zit het met de voetafdruk van Stefaan? “Wel… ik moet bekennen dat ik toch in een aantal zaken zondig”, geeft Stefaan toe. “Ik ben een echte liefhebber van vlees en ik neem af en toe wel het vliegtuig. Maar ik doe wel een aantal dingen hoor! Ik ben al eens mee gaan betogen, ik steun financieel, produceer zelf heel weinig afval en ik let ook op mijn verbruik. Bovendien let ik er in de winkel op dat ik geen fruit uit Nieuw-Zeeland koop en geen garnalen die eerst gepeld zijn in Marokko.”

En de nieuwe site in Oekene? Hoe ‘groen’ is die? “In een ziekenhuis primeert de zorg natuurlijk”, stipt Stefaan aan. “De verwarming een halve graag lager zetten? Dat heeft weinig nut en het gaat om zieke mensen hé. Maar het leeft wel en het ziekenhuis beschikt voor zover ik weet wel over warmteopslagplaatsen, om warmte op te pompen in de winter en ‘friste’ in de zomer.”

Kristien Beuselinck van de dienst communicatie geeft nog extra duiding. “In eerste instantie proberen we de energievraag te beperken op de nieuwe site”, aldus Kristien. “We doen dat door ‘maximale daglichttoetreding’ en doorgedreven zonwering, maar ook met doorgedreven isolatie. We verlichten met LED-technologie en beschikken over verschillende duurzame energiebronnen. De warmteopslagplaats die Stefaan vermeldde bijvoorbeeld, is een zogenaamd BEO-veld (Boorgat Energie Opslag): 80 gesloten buizen 100 meter diepte. Die geven warmte in de winter en koude in de zomer, goed voor een besparing van 33% op de energiebehoefte voor verwarming en koeling.